© Bart Grietens

Charlotte Goesaert laat je op een milde manier een avontuur beleven tijdens de performance-expositie Whatchamacallit, waar lijven langoureus kronkelen op televisieschermen en turntoestellen.

Interview Els Van Steenberghe


Foto's Ilse Philips - Collage Kristof Kimpe

Vrijdag 10 maart 2023. De prille lente laat zich van haar natste kant zien. In Brugge begint het festival Bits of Dance aan zijn tweede festivalavond. Het festival zet in op jonge danskunstenaars. Een van hen is Charlotte Goesaert. In Brugge bezet ze met haar ploeg van Whatchamacallit een charmante turnzaal van HOWEST. Het is een zaal vol oude, houten klimrekken en evenwichtsbalken. Goesaert voegde er nog televisieschermen en geluidsboxen aan toe. Wanneer je de zaal binnenwandelt, valt Goesaert direct op. Ze loopt in een losse jeans met zebraprint tussen de vier halfnaakte performers. De performers zitten al in de expositie, tussen de schermen en de turntoestellen. Geregeld werpt Goesaert een blik richting het wachtende publiek. Iets na het aanvangsuur verwelkomt ze iedereen op de ‘performance-exposition’ Whatchamacallit. “Je mag gaan en staan waar je wil."

Met die zin opent ze het gebeuren. Op de schermen zie je een hand onder water naar iets tasten. De performers kijken rustig voor zich uit. Soms beweegt een hand of een voet. Opmerkelijk, en cruciaal: de cast bestaat niet louter uit ‘typische’ dansers. Performer Jef Stevens is de zeventig voorbij en danseres Véronique Mees heeft een nood. “Ik wil de blik richten op datgene waar we als mens of samenleving te snel of te makkelijk van wegkijken. Ik dicht zo een gat in de danssector,” aldus Charlotte Goesaert tijdens ons gesprek na die bijzondere avond in Brugge.

Hoe groeide die missie?

Charlotte “Mijn taal wortelt in een jeugd waarin overweldigende zaken gebeurden. Dieper kan ik daar niet op ingaan. Dat komt nog. Dit jaar graaf ik dieper dan ooit in die trauma’s. Er start ook een rechtszaak. En ik maak er een project over. Nu kan ik enkel zeggen dat die gebeurtenissen me vormden, als mens en maker. Ik dans om me uit te drukken. Daar wezen mijn docenten van Dans Tilburg - Fontys Hogeschool me op. Ik verzeilde in Tilburg omdat ik al heel mijn leven dans. Dansen – met de videoclips op MTV als inspiratiebron – en als puber op straat hangen. Dat was mijn leven. Dat ik van dans écht mijn beroep kon maken, besefte ik na het zien van Blush van Ultima Vez, het gezelschap van Wim Vandekeybus. ‘Als je danst, komt het goed met je’, besefte mijn moeder. Sindsdien weet ik: dans is zelfzorg. Als achttienjarige deed ik auditie bij verschillende dansopleidingen. In Tilburg werd ik aangenomen. Van zodra ik afstudeerde, werd ik vooral als danser gevraagd. Die eerste jaren kwam ik er niet toe om mijn taal te ontwikkelen.”

Wanneer gebeurde dat wel?

Charlotte “Ik voelde tijdens bepaalde scènes die ik met anderen maakte dat er méér in die scènes zat. Ik  wilde die scènes dan – qua thema en dans – ‘uitsmeren’ tot een voorstelling. Voorbeeldje? In 2015 maakte ik met Joost Maaskant Epic Fail. Ter voorbereiding interviewden we mensen over mislukken. Tijdens de première – nét tijdens die première – brak ik mijn knie. Ik speelde even verder maar we moesten toch stoppen. We zeiden waarom. We zeiden dat het écht was. We bogen en we gingen – strompelden – af. Het publiek blééf applaudisseren. De organisatoren kwamen ons in de coulissen vragen of we alstublieft nog eens wilden buigen. Ik moest uitleggen dat dit echt niet kon want mijn knie was werkelijk kapot. Toen besefte ik: die grijze zone tussen feit en fictie wil ik verder verkennen.”

Humor is de koevoet waarmee je taboes kraakt

Dat doe je nu in Whatchamacallit? Wat een bijzondere titel, trouwens…

Charlotte (lacht) “Ja! Die titel is het Engelse equivalent van ‘dingske’. Ik zeg dit vaak omdat ik slecht ben in namen onthouden. De reden waarom ik net voor die titel koos, ligt aan een inspiratiebron van dit project: de freakshows uit de voorbije twee eeuwen waar mensen met afwijkende lichamen tentoon werden gesteld. Vaak reisden de shows mee met circussen en stonden ze net buiten de circustent opgesteld. De lijven die je daar zag, ontlokten vaak de reactie ‘whatchamacallit’.” 

“Ik wil in deze productie lijven tonen zoals ze zijn. Je ziet de lijven wanneer ze zich aankleden, sexy poses aannemen, heel dicht bij je komen. Op scherm én in het echt. Door te werken met camera’s kan je spelen met de lijven. Je kan, bijvoorbeeld, het welgevormde torso van de afgetrainde danser filmen en het scherm waarop dat beeld verschijnt net vóór het lichaam van de oudere man plaatsen.”

Als toeschouwer kijk je niet alleen naar de lijven. Je kijkt ook naar de mensen die naar de lijven kijken.

Charlotte “Je kijkt en je wordt bekeken. Dat gebeurt op een veilige manier. Dit is geen dwingende interactieve voorstelling. Iedereen mag gaan en staan waar hij, zij of hen dat wil. Wil je weggaan? Dan mag dat. Je blik afwenden mag. Kijken mag. Staren ook. Je mag gewoon jezelf zijn en kijken. Net als de dansers. Dit is het taboe dat we aankaarten: ook oudere lijven of lijven met een beperking mogen gewoon zijn. Ook die lijven mogen sexy zijn. Kijk je daar liever van weg? Goed. Maar waarom dan? Die vragen ontstaan terwijl je de voorstelling beleeft. Dat is soms ongemakkelijk. Maar vaak ook grappig. Humor is de koevoet waarmee je taboes kraakt.”

De podiumkunsten zijn zo niet klaar om ook performers  met een beperking te ontvangen

De voorstelling is een ingenieuze samenwerking tussen lijven, de schermen én muziek. 

Charlotte Jochem Baelus filmde alle lichamen én hij maakte ook de tranceachtige muziek. Beeld en geluid zijn daardoor perfect op elkaar ingespeeld.”

Ook de performers zijn dat. Alsof het evident is om met zo’n diverse ploeg te werken. Is het dat?

Charlotte “Dat zou het moeten zijn… Maar dat is het allerminst. Tijdens de repetities – we repeteerden sinds 2022 in fases – konden we op bepaalde locaties niet overnachten omdat er geen plek was voor Véronique, onze danseres met een beperking. Zij geraakte met haar rolwagen niet in de slaapgelegenheid. Anno 2023! Kan je je dat voorstellen? De podiumkunsten zijn zo niet klaar om ook performers met een beperking te ontvangen. Met deze creatie wil ik daar echt een lans voor breken.”

Je combineert film met dans en beeldende kunst. Wil je met dat multimediale verdergaan?

Charlotte “Zeker! Als kind kleide ik ontzettend graag. Ik maakte niets anders dan lijfjes. En ik voel dat die drang terugkeert. Momenteel zit ik volop in de onderzoeksfase van mijn volgende project. Dat wordt een heftig traject. Hoewel ik gebeurtenissen uit mijn jeugd verwerkt heb, is er nog steeds een trauma dat altijd getriggerd kan worden. Whatchamacallit is een performancevoorstelling met documentair karakter. Het project dat ik nu volop voorbereid, wordt een documentaire met ‘performatieve’ live elementen. Ik zit nu volop in de periode waarin ik praat met de meest uiteenlopende mensen die beroepshalve dergelijke trauma’s begeleiden. Ook hier wil ik de blik richten op een taboe waar nog te vaak van weggekeken wordt.”

Whatchamacallit is te zien op zaterdag 30 september in De Grote Post.